'ANDERE TRANSPORTKOSTEN'
Tot nu toe heb je de transportkosten benaderd vanuit het vervoersbedrijf zelf, puur bedrijfseconomisch. Bij transport worden echter ook andere kosten gemaakt. Denk bijvoorbeeld aan de kosten van:
- investeringen in de infrastructuur, het water-, weg- en spoorwegennet
- gevolgen van aanleg van infrastructuur voor de inrichting van een gebied
- luchtvervuiling en geluidsoverlast
- gevolgen voor natuur en milieu.
Deze 'maatschappelijke'kosten komen normaal ten laste van overheid en burgers. De overheid kan er in grote lijnen drie kanten mee op:
- dit soort kosten zelf vergoeden bijvoorbeeld omdat men vindt dat het een overheidstaak is of dat het economisch voordeel groot is
- de kosten doorberekenen aan de transportbedrijven bijvoorbeeld via heffingen
- via beleid de kosten proberen te verminderen. Denk aan subsidie voor schone voertuigen of de aanleg van de Betuwelijn voor spoorwegvervoer naar Duitsland.
In vraagserie 4 gaan we in op de laatste tweede mogelijkheden. De 'gewone' constante en variabele kosten kunnen worden verhoogd (heffing) of verlaagd (subsidie). Vervolgens gaan we bekijken wat dit voor gevolg heeft voor de keuze van de drie transportmiddelen.
SLUIT DIT SCHERM AF OM TE STARTEN MET VRAAGSERIE 4